-
1 goed overweg kunnen met
v. hit it off with -
2 met een nieuwe machine overweg kunnen
met een nieuwe machine overweg kunnenDeens-Russisch woordenboek > met een nieuwe machine overweg kunnen
-
3 met iemand overweg kunnen
met iemand overweg kunnens'entendre avec qn. -
4 met een nieuwe machine overweg kunnen
met een nieuwe machine overweg kunnenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een nieuwe machine overweg kunnen
-
5 met overweg kunnen
гл.общ. (iem.) ладить (с кем-л.) -
6 goed met elkaar overweg kunnen
goed met elkaar overweg kunnenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goed met elkaar overweg kunnen
-
7 niet met auto's overweg kunnen
niet met auto's overweg kunnenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet met auto's overweg kunnen
-
8 overweg
overweg♦voorbeelden:een bewaakte overweg • a guarded/manned level crossingeen overweg met halve slagbomen • a half-barrier level crossing————————overweg♦voorbeelden:met een nieuwe machine overweg kunnen • know how to handle a new machinegoed met elkaar overweg kunnen • get along wellniet met auto's overweg kunnen • be no good with cars -
9 overweg
overweg1〈de〉♦voorbeelden:1 een (met slagbomen) beveiligde, een onbewaakte overweg • un passage à niveau gardé, non gardé————————overweg2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ met iemand overweg kunnen • s'entendre avec qn.met een nieuwe machine overweg kunnen • savoir se servir d'une nouvelle machinezij kunnen niet met elkaar overweg • ils ne s'entendent pas -
10 zij kunnen niet met elkaar overweg
zij kunnen niet met elkaar overwegDeens-Russisch woordenboek > zij kunnen niet met elkaar overweg
-
11 get on
v. aan boord gaan; op de bus, trein of vliegtuig stappen (bv. "Ze stapte 40 minuten geleden op de bus)--------v. vooruitkomenget on1 vooruitkomen ⇒ voortmaken, opschieten5 oud/laat worden6 opstappen 〈 met betrekking tot paard, fiets〉 ⇒ opstijgen; instappen 〈 met betrekking tot bus, vliegtuig〉♦voorbeelden:get on with one's work • goed opschieten met zijn werkget on with it! • vooruit!he's getting on (in years) • hij wordt oudit's getting on for ten • het is bijna tien uurget on to someone • iemand contacteren, in contact treden met iemand; iemand op het spoor komen 〈 misdadiger〉get on with one's work • verder gaan met zijn werk〈 informeel〉 get on! • onzin!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
12 get along
opschieten, vorderenget along1 vertrekken ⇒ voortmaken, weggaan3 (zich) redden ⇒ het stellen, het maken♦voorbeelden:2 how is your work getting along? • hoe vordert je werk?they are getting along very well • ze maken het heel goedwe can get along without your help • we kunnen je hulp best missen -
13 verstehen
-
14 opschieten
1 [voortmaken] se dépêcher2 [vooruitkomen] avancer♦voorbeelden:wat schiet ik daarmee op? • pour ce que ça m'avance! -
15 auskommen
auskommen♦voorbeelden: -
16 opschieten
1 [voortmaken] hurry up ⇒ push on/ahead2 [vorderen] get on ⇒ make progress/headway3 [overweg kunnen] get on/along4 [opgroeien] spring/shoot up ⇒ sprout♦voorbeelden:1 schiet eens op! • (come on and) hurry up!, get going!daar schiet je niks mee op • what good does it do?, that's not going to get you anywhere -
17 sich mit jemandem gut stellen
met iemand overweg kunnen, het met iemand kunnen vindenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich mit jemandem gut stellen
-
18 stellen
stellen1 stellen, plaatsen, zetten ⇒ gelijkzetten; neerzetten; brengen; salariëren2 zorgen voor ⇒ leveren, ter beschikking stellen4 ensceneren, in scène zetten♦voorbeelden:1 einen Antrag stellen • een motie, verzoek(schrift) indienenjemandem eine Aufgabe stellen • iemand een taak stellen, opgevender Hund stellt die Ohren • de hond zet zijn oren opdie Uhr stellen • de klok, het horloge gelijkzettenetwas nicht stellen können • geen plaats hebben voor ietsgut gestellt sein • in goeden doen zijnStühle an den Tisch stellen • stoelen bij de tafel zetten〈 figuurlijk〉 eine Sache über eine andere stellen • de voorkeur geven aan iets, iets verkiezen boven iets andersetwas unter ein Thema stellen • iets onder een thema plaatsenzur Diskussion, Erörterung stellen • ter discussie stellenZeugen stellen • getuigen voorbrengen, presenteren2 zich houden ⇒ doen alsof, veinzen3 zich aangeven, zich melden5 bereid zijn ⇒ opkomen, aantreden♦voorbeelden:sich gegen jemanden stellen • zich tegen iemand kerensich hinter jemanden stellen • achter iemand gaan staansich (schützend) vor jemanden stellen • (verdedigend) vóór iemand gaan staansich schlafend stellen • zich slapende houden3 sich der Polizei stellen • zich bij de politie aangeven, meldenes stellt sich die Frage • de vraag rijst4 sich mit jemandem gut stellen • met iemand overweg kunnen, het met iemand kunnen vindenwie stellst du dich zu diesem Problem? • hoe sta jij tegenover dit probleem?sich der Presse stellen • de pers te woord staansich zu seinen Taten stellen • de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich nemen9 sich auf 200 Mark stellen • 200 mark kosten, op 200 mark komen -
19 ладить
-
20 ладить
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Сравнение дорожных знаков Европы — Образец швейцарского знака около Лугано Несмотря на очевидное единообразие, в европейских дорожных знаках существуют значительные отличия. Однако, большинство европейских стран приняли Венскую конвенцию о д … Википедия